Onvervuld verlangen

Enkele schrijfsel tijdens een stilte retraite:

Mijn hulp is van U Heer, die alles heeft gemaakt. 

Ja, Here, daar geloof ik in.

Maar hoe dan met ons menselijk verlangen? Onvervuld verlangen? 

In de kapel: Muziek staat aan, mijn ogen dicht.

Ik luister, ik schommel mee en stel mij voor, voel mij omringt, gewiegd, gekoesterd. Gekoesterd in Gods armen. Schommelend, gedragen, omringt door de klanken van de muziek. 

Is dat hoe U ons voedt? 

Onze ziel die smacht van verlangen. 

Is dat hoe U ons voedt, via onze zintuigen? 

En dan later, ik zit in de woonkamer, een plekje precies in de zon. 

Ik voel de warmte, Uw koestering. 

Ik sluit mijn ogen. 

En geniet van uw koestering. 

Here God, Abba Vader, wilt U mij vullen? 

Ik lees een tekst op het raam: ‘verlangen bidt altijd’

Als je steeds verlangt, bidt je ook steeds. 

Bid zonder ophouden.

Ik lees een andere tekst: ‘Bemin de vrede. Neem in die vrede zoveel mensen op als je kunt, ze wordt groter als je haar deelt.’

Ik stel mij voor, als mijn verlangen is vervuld, dan voel ik mij vreugdevol, liefdevol. Ik vul het in, in de zin die ik net las. 

Bemin de vreugde, en neem in deze vreugde zoveel mensen op als je kunt. 

Ze wordt groter als je haar deelt.

Bemin de liefde en neem in deze liefde zoveel mensen op als je kunt. 

Ze wordt groter als je haar deelt. 

Zou dit een antwoord kunnen zijn op de vraag: ‘hoe om te gaan met de pijn van onvervuld verlangen?’

Waar verlang jij naar? 

Hoe zou je je voelen als dat verlangen is vervuld? 

Wat vult, wat verzadigd jouw ziel? 

Durf je te drinken van de schoonheid die God schenkt?

De schoonheid die het oog vult.

De smaken die je tong proeft.

De warmte die het lichaam koestert.

De wind die het lichaam streelt.

Zonlicht mooi en heerlijk warm.

Gods koestering die verwarmt.

Zijn liefde die straalt, die omringt, die verwarmd. 

Gemaakt door de Schepper van hemel en aarde om ons te verwarmen en te verlichten.

Licht in het donker, in het duister.

Warmte in de kou.

Liefde die vult ons verlangen.

Liefde, Gods koestering die voedt mijn hart, mijn ziel.

Heer, ik verlang naar U. 

Wilt U mij voeden, dat ik overstroom en vrucht mag dragen? 

Vrucht die U laat groeien en tot volle wasdom doet komen.

Heer, die mij zo goed kent.

U bent het die zich tot mij wend.

Uw liefde voor en achter mij. 

Uw liefde maakt mij steeds weer vrij. 

U vult mij, heel mijn leven.

Zodat ik steeds weer weg mag geven.

Delen zodat Uw grootheid zichtbaar wordt in deze wereld.

Vanuit Psalm 34 

Toen ik de HEER zocht, gaf Hij antwoord. 

Van al mijn angst heeft Hij mij verlost. 

Hij heeft geluisterd en mij uit de nood gered.

Proef, en geniet de goedheid van de HEER, 

Gelukkig de mens de bij Hem schuilt.

Maar wie de HEER zoekt, ontbreekt het aan niets. 

Het oog van de HEER is gericht op de rechtvaardige, 

Zijn oor luistert naar hun  hulpgeroep. 

Gebroken mensen is de de HEER nabij. 

Ik voel onrust, ik wil er bij weg.

Verdriet, ik wil erbij weg, maar laat het zijn. 

Mijn hart uitstorten bij God, mijn verlangen, mijn verdriet, is dat de weg? 

Het voelt als rust, het mag er zijn, ik hoef er niet bij weg. 

Verdriet komt weer. Here God, zoveel verdriet in mij. 

Ik zou het zo graag opgelost zien, weg ervan. 

Of is juist dat het er mag zijn de weg?

Ik kijk naar buiten, het water is bevroren, ijs. 

Prachtig met de heldere lucht, de zon, de warmte, Uw liefde!

Is dat de weg? 

Er juist  naar toe, erbij blijven, het uitspreken bij U.

 

Verdriet, pijn, steeds wil ik erbij weg, dat brengt onrust.

Geen leven maar overleven.

Is écht leven juist ook de pijn, het verdriet, het gemis voelen? Er bij blijven, gewoon laten zijn zoals het is? 

Zonder de wil het te willen of moeten veranderen. 

En dan juist, gebeurt het wonder.

Dan brengt U de verandering. 

Onrust, wordt rust en ruimte 

Verdriet, worden mildheid en liefde. 

Pijn brengt ZIJN. 

Gewoon zijn in Zijn aanwezigheid. 

Niet gisteren, niet morgen. 

Niet ver van hier. 

Niet weg van voelen. 

Maar zijn – zijn in Verbondenheid. 

Dit voelt als waardevol. 

Gods koestering. 

Precies gewoon zoals het is. 

Precies gewoon met alles wat er is. 

Precies gewoon zoals ik ben. 

Alles mag er zijn, ik mag er zijn. 

Niks hoeft weg, ik hoef niet weg. 

Ik mag er zijn. 

Ik voel het verdriet weer opkomen. 

En ook de neiging erbij weg te willen gaan.
Nee, dit hoeft niet. 

Blijf maar, blijf maar gewoon precies zoals je bent. 

Met alles wat er is. 

Blijf maar en voel, ontvang Gods koestering. 

Blijf maar en voel hoe je verbonden kunt blijven, in het nu. 

Verbonden met jezelf, verbonden met God. 

Hij in jou en jij in Hem. 

Veilig – geborgen – gekoesterd. 

In Hem leven wij, bewegen wij, zijn wij. 

Gekoesterd – verbonden. 

Niet eenzaam maar verbonden. 

Niet tot last, maar geliefd. 

Durf jij dit, te blijven, in verbondenheid.

Te voelen hoe God jou vasthoudt? 

Durf jij dat, te blijven in de pijn, te voelen het verdriet, te voelen gemis, teleurstelling. Te voelen de gebrokenheid?

En dan op te merken, hoe God er is. 

En dan op te merken hoe God het wonder doet. 

En pijn verander in ZIJN. 

Zijn … in Hem. 

Veilig – geborgen – gekoesterd.

Jij doet ertoe – jij mag zijn – Zijn in Hem. 

Verbonden. 

Dan is het leven niet langer overleven. 

Dan is het leven ECHT LEVEN!

Ik lees een tekst: ‘Blijf in de liefde en zij zal in jou blijven’

Ja, zo eenvoudig is het, ik verlang naar liefdevol te zijn. 

Blijf in de liefde, en als ik daarin blijf, dan zal ik liefdevol zijn. 

Vol van Zijn liefde, gekoesterd door Zijn liefde. 

Super heerlijk gegeten. 

Proef en geniet, de goedheid van de HEER! 

Verlangen naar Rust?

Hoe dan? 

Gewoon ‘zijn’, zijn in Hem. 

Zijn met alles wat er is, met alles wat zich aandient. 

Blijven bij wat er is, blijven bij wat zich aandient. 

Nu in het moment:

Daar is verbondenheid.

Daar is ZIJN.

Nu in dit moment is Gods koestering. 

Zijn koestering, die vult. 

Die vervuld, die verzadigd en verkwikt. 

Daar waar pijn verander in ZIJN. 

Zijn in Hem. 

Verbonden. 

Dan is leven, Écht LEVEN. 

Zijn koestering vult, vervuld. 

Zijn aanwezigheid geeft troost, rust, vrede. 

Zijn liefde, geeft liefde. 

Liefde, vrede, vreugde. 

Vreugde is de levensenergie. 

Geniet van wat Hij geeft, het vult, vervuld, geeft levensenergie. 

Leven groeit, ontspringt als een bron, een fontein. 

Ik heb ideeën, zin in dingen. 

Ideeën om te creëren. 

Creëren, maken wat er nog niet was. 

Ik wil dansen, ik wil springen. 

Ik wil danken, ik wil zingen en aan iedereen vertellen dat U leeft. 

Dat U leeft en leven geeft. 

Dat U bent en zal zijn. 

Dat ik mag zijn in U. 

Leven in U, leven door U, leven tot U. 

Van nu en tot in eeuwigheid. 

We lazen Psalm 130

Ik zie uit naar de HEER. Wij zijn pelgrims. Wat een verlangen spreekt uit deze psalm. Mijn ziel verlangt naar de HEER, meer dan wachters uitzien naar de morgen. 

Niet al ons verlangen hoeft nu al vervult. 

Wij zijn pelgrims. 

Ik mag uitzien, verwachten, smachten. 

Hoe meer ik durft te ontvangen. 

Hoe meer ook het besef van onvervuld verlangen. 

Als ik stop met beter mijn best doen en mijn handen durft te openen. 

Dan kan ik ontvangen, dan kan ik genieten. 

Genieten van NU, genieten van genoeg. 

Er is genoeg, ik ben genoeg, want God is genoeg. 

God is een God van overvloed. 

En dan is er ook het besef, er meer, zoveel meer. 

Ik mag het zien, verlangen, mijn ziel mag smachten. 

Wij zijn pelgrims, wij zijn onderweg. 

Hier zal het niet volmaakt zijn. 

We leven in een wereld vol gebrokenheid en pijn. 

Toch mag ik in de pijn, zijn. 

Zijn in Hem. 

En wil Hij zijn in mij, zijn om mij heen. 

En dan, juist dan doet ook NU ertoe. 

Nu, precies dit moment. 

Waarin bij elke adem die ik doe, Hij is in mij en ik in Hem. 

Verbonden in Zijn liefde – leven in Zijn liefde. 

Wat een heerlijkheid om zo woorden te geven aan hoe het voelt. 

En tegelijk is het zo, zo ontzettend veel groter. 

God is zo groot, almachtig, alomtegenwoordig. 

Ik kan dus niet vallen uit Zijn liefde.

Ik spreek de woorden na. En toch is het zoveel groter dan woorden kunnen beschrijven. 

Genieten – ontvangen

Precies wat er is

Precies zoals het is. 

Het is genoeg, nu is genoeg, want God is genoeg. 

Onze God, Abba, Vader. 

Een God van overvloed. 

Halleluja. 

Geniet van NU – geniet van Hem. 

Jij mag zijn – Zijn in Hem. 

Veilig -geborgen – gekoesterd – geliefd. 

Wat een vreugde, geniet ervan!

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}

Ja, ik wil graag nieuwe berichten in mijn mail ontvangen

>